Techniek en Oefenen… Wat is dat eigenlijk?

Oefenen, huiswerk, beiden vaak woorden die een bijzonder negatieve lading hebben, of in elk geval een bepaalde verwachting scheppen. Het nemen van muziekles komt vaak met een specifiek stigma, we moeten ‘noten leren lezen’, elke dag ‘een uur oefenen’, enzovoorts. Al met al, komt het neer op een extra werklading die in het schema moet worden gepast. Gevolg is een nog drukker schema en frustratie als resultaat, waar muziek juist tot het tegenovergestelde zou moeten dienen. Maar wat is oefenen eigenlijk? En waarom is dit denkbeeld zo ontzettend ouderwets, net als onze filosofische visie van wat oefenen eigenlijk is, of wat we ermee pogen te bereiken?

Ik heb in mijn hele muzikale levensweg, die inmiddels meerdere decennia omvat, in totaal waarschijnlijk maar een paar jaar daadwerkelijk geoefend. Het aantal maal dat ik hier ook echt vooruitgang mee heb geboekt, is in dagen op twee handen te tellen. Dat is niet omdat ik niet ijverig ben, of vanwege een gebrek aan talent. Integendeel, toen ik eenmaal een paar jaar speelde, was de gitaar zo goed als mijn identiteit geworden. Ik was ‘die gitarist’, voor iedereen in mijn omgeving, of ze nou alleen mijn naam, of slechts maar mijn gezicht kenden. Of soms zelfs dat niet.

Maar oefenen, dat kan ik mij, ondanks de honderden uren dat ik naast een CD-speler zat na te spelen, niet herinneren ooit echt gedaan te hebben. En ook dat komt niet door een bijzonder muzikaal talent van mijn kant. De echte resultaten, in al ons leren, worden pas geboekt het moment dat we de juiste aanvoerweg voor informatie kunnen vinden. In mijn geval, was dat gewoon naast de CD-speler zitten en naspelen totdat het geluid aan beide kanten klopte.

Mijn eerste gitaarles herinner ik mij nog precies. Althans, de specifieke details die voor mij de gehele les definieërden. Het boek had een groen met rode kaft, waarvan ik iets moest begrijpen en reproduceren op het instrument. En mijn docent had een horloge met daarop in het midden van de wijzerplaat een vierkant plaatje van de torso van een stripfiguur. Niet meer dan een hoofd met twee ogen, een neus en een oranje shirt eronder, maar het was veel interessanter dan dat groen met rode boek.

Hij had al snel door dat dit niet bepaald ging werken, dus na het plaatje eindelijk van dichtbij te mogen bekijken ben ik hem maar na gaan spelen. Zo graag als ik mijn eerste docent nog steeds mag, heb ik maar zelden echt noten gelezen in de les. Ik speelde meestal gewoon na wat ik zag of hoorde. De lessen overleefde ik puur door te bluffen, noten lezen was voor thuis. Een geheugensteuntje, voor de details die we anders zouden vergeten, meer niet.

Jaren later, na meerdere leerlingen te hebben zien komen, groeien en leren, realiseerde ik me wat we eigenlijk doen als we oefenen. En ook voor wie we oefenen. Zeker als het om kinderen gaat, is dit een breekpunt. Ook ik moest oefenen. Want vader en moeder, die deze lessen betalen, willen wel zien dat er iets met al dat geld gebeurt. En zelfs een prachtige uitvoering aan het einde van het jaar helpt daar niets tegen, er moet direct, tastbaar resultaat zijn. Zo niet in kwaliteit, dan in ieder geval in kwantiteit. Dus het boek moet uit de tas en daar moet minstens een half uur per dag naar gestaard worden in de hoop dat we er uiteindelijk wat verbetering van merken.

Maar als men bedenkt hoe lang een week eigenlijk duurt, of zelfs een half uur, in verhouding tot de twee of drie stukjes muziek die vaak niet meer dan een regel of vijf zijn, dan zien we dat na die paar minuten constante herhaling het enige is dat we kunnen doen om de tijd vol te krijgen. En zelfs verdeeld over de gehele dag, na de zesde herhaling begint de verveling behoorlijk in te slaan. En wordt de muziek zodanig afgeraffeld dat er eerder slechte eigenschappen worden aangeleerd, dan vooruitgang geboekt. En dan wordt muziek net zoiets als het gras maaien, de afwas afdrogen, of de kamer opruimen. Een klusje. Voor volwassenen is iets dergelijks vaak nog moeilijker, het balanceren van een huishouden, baan en gezin kan heel moeilijk zijn.

Oefenen is echter lang niet altijd wat we denken dat het is. En hoeft ook geen zeeën van tijd te kosten, maar daarvoor moeten we van een aantal misconcepties af. Het eerste wat we moeten begrijpen, is dat herhaling niet hetzelfde is als oefening. Sterker nog, de gehele algemeen geaccepteerde definitie van ‘oefenen’ kan wat mij betreft volledig geschrapt worden. Ik verwacht niet dat een leerling oefent, ik verwacht dat ze spelen, dat ze muziek maken. Of dat in elk geval proberen.

Dit probleem en algehele kronkel in de definitie komt bovenal door een bijzondere ‘over-concentratie’ op het technische aspect van het spelen. Men heeft het idee dat er slechts één manier is om een bepaalde beweging of techniek toe te passen en dat we onze handen door pijn (of moderner, spiertraining) zodanig moeten indoctrineren dat deze uiteindelijk sterk genoeg zijn om alles te kunnen. Wie echter ook maar enige tijd Yoga, Tai Ji, of vergelijkbare ‘sporten’ heeft beoefend, zal weten dat er tal van spieren zijn die we onbewust wel of niet gebruiken. En dat is eigenlijk wat we zouden moeten doen als we ‘oefenen’. Zoeken naar de beste weg, de meest praktische spieren voor het mooiste resultaat. En juist niet gebruiken wat ons tegenwerkt.

Oefenen is niet als gewichtheffen, of hardlopen. We zijn niet onze spieren aan het trainen, of onze gewrichten aan het uitslijten. En mijn handen zijn na 20 jaar gitaarspelen niet enorme kolenschoppen waartussen ik kokosnoten kan verkruimelen als ware het biscuitjes. Het echte oefenen – mijn oefenen – gaat uit van het principe dat we een handeling die al op intuïtie wordt begrepen, zoals lopen of praten, doorvertaald wordt naar het instrument. Dus het lopen, de simpele handeling van links na rechts, of huppelen, of de hink-stap-sprong, wordt op natuurlijke wijze doorgezet naar een ander lichaamsdeel. Lopen wordt wisselslag en slagritme, huppelen wordt spelen in de shuffle en swing, de hink-stap-sprong progressieve ritmes.

Muziek maken is niet moeilijk, iedereen die kan lopen en praten is er allang toe in staat. Het vereist ook geen constante herhaling van éénzelfde fysieke handeling totdat onze spieren zo beurs geslagen zijn dat ook deze beweging weer natuurlijk wordt. Het eist simpelweg dat we iets wat we allang beheersen, praten, lopen, luisteren en in zekere zin zelfs kijken, op een andere manier leren uiten. En dat hoeft niet moeilijk te zijn, als we onszelf tenminste toestaan dit te leren. Maar leren lopen hebben de meesten niet geleerd op school, we hebben er geen boeken over gelezen, plaatjes bekeken, of diepgaande theoretische materie over moeten naslaan voordat we het konden. Nog minder hebben leren lezen voordat ze konden praten.

Ga staan. Val je om? Dat is je lijf dat zegt dat je iets verkeerd doet. Het menselijk lichaam weet precies hoe we het moeten gebruiken, het is aan ons te leren ernaar te luisteren. Voor mij en talloze andere muzikanten, was dat gewoon naspelen totdat de puzzelstukjes op hun plek vielen. En dat is oefenen. Niet hard werken, of trainen, of leren. Gewoon schudden met de puzzel, totdat alle stukjes als vanzelf op hun plek vallen. Dat is wat ik mijn leerlingen leer, want muziek moet boven alles geen klusje, maar gewoon leuk zijn. Muziek maken kun je al, maar je moet je lijf wel toestaan dit voor je te doen. En dat doen we door er goed naar te luisteren. Tot binnenkort…